Het beschrijven van de werkelijkheid: dat is het doel dat Hedwig Houben (1983) zichzelf stelt bij het maken van haar werk. Vaak resulteert dit in gortdroge tekeningen op papier of op de wand. Droog in de zin dat zij de meest essentiële vorm van de werkelijkheid, ontdaan van alle bijzaken, weergeven. Een voorbeeld hiervan is het afstudeerwerk aan de kunstacademie van Breda (St. Joost, 2006); een hele keukenwand had Hedwig op subtiele wijze met potlood op de muur overgebracht. Deze wandtekening was geen getrouwe weergave van de keukenkastjes, maar toonde juist die lijnen die noodzakelijk zijn om er een keuken in te kunnen herkennen. Hedwig’s werk is dus abstraherend, zonder een abstract beeld op te leveren overigens. Het verwijst altijd naar de realiteit, naar objecten uit ons dagelijks leven.
Hedwig is op zoek naar beelden die de rol van taal kunnen overnemen. Welk beeld van een theepot representeert het beste dé theepot? Welke beelden kunnen de werkelijkheid zowel typeren als overstijgen? In Expositieruimte Moira zal ze zich vooral richten op pictogrammen van geluk zoals een paradijselijk strand of een regenboog.
Het werk van Hedwig heeft niet de intentie om te behagen of te amuseren, maar slechts de werkelijkheid te beschrijven. Niets meer en niets minder.